De nieuwe wet introduceert in onze optiek een aantal nieuwe knelpunten die we hier kort de revue laten passeren:

Opstellen ouderschapsplan

Vrouwen die hun ex-partner ontvlucht zijn en in een Blijf van mijn Lijf Huis verblijven, of op een andere manier zijn ondergedoken, kunnen geen oudersschapsplan indienen dat door beide partners samen opgesteld is. Het aanvragen van een scheiding wordt daardoor sterk bemoeilijkt.

Een ouderschapsplan zal voor zeer jonge kinderen ook om de paar maanden aangepast moeten worden al naar gelang de ontwikkeling van het kind. Daarnaast is uit onderzoek bekend dat kinderen tot drie jaar alleen een band met de andere ouder kunnen opbouwen als zij de andere partner elke dag een paar uur zien. De nu minimale, en dus zeer populaire omgangsregeling van om de twee weken een weekend blijkt eerder traumatiserend te werken.
In hoeverre een ouderschapsplan dat in deze zin buiten de rechter om wordt aangepast in het belang van het kind is, is niet duidelijk.


Gelijkwaardig ouderschap

Het vastleggen in de wet van de term 'gelijkwaardig ouderschap' betekent dat ook wanneer vóór scheiding één der ouders nauwelijks participeerde in die zorg, ervan uitgegaan wordt dat dat wel zo is. Een en ander zal nog vaker dan nu leiden tot een zorg- en contactregeling ‘a la carte’ voor niet-zorgouders - ongeacht of ze iets van kinderverzorging weten - bijvoorbeeld bij verlating tijdens de zwangerschap.

De primaire zorgouder zal een dergelijke zogenaamd gelijkwaardige plicht tot zorg natuurlijk niet kunnen afdwingen.

 

Verplichting banden van kind met de andere ouder te bevorderen

Er is een verplichting om kinderen af te staan voor een omgangsregeling waarbij ook dwangmiddelen kunnen worden opgelegd.
De staat bemoeit zich hier op een uitgesproken paternalistische manier met het belang van de kinderen van haar onderdanen en pretendeert het beter te weten dan de verzorgden ouder en de kinderen zelf.

 

Het kind houdt recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders

De vader kan dat recht opeisen - ook als hij tijdens de zwangerschap het gezin in de steek liet. Kinderen hebben onder de 12 geen mogelijkheid om zich daartegen te verzetten, maar kunnen in sommige gevallen wel hun zegje bij de rechter doen.

 

De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind.

De ex-partner MOET omgang met z'n kinderen krijgen.
Omgangsverplichting is geen zorgverplichting. De zorgen blijven dus bij de primairzorgende ouder, doorgaans de moeder.