Dwarsliggende moeders domineren mediaGeplaatst: 03-03-2009 18:30
Er lijkt de laatste tijd geen eind te komen aan de uiterst eenzijdige berichtgeving rond gescheiden ouders. Neem nu bijvoorbeeld de berichtgeving rond de twee moeders die onlangs strafrechtelijk veroordeeld zijn wegens 'dwarsliggen' bij een opgelegde omgangsregeling. Wat een geweldige jurisprudentie levert dit op voor ál die gescheiden vaders die hun kinderen niet meer mogen zien, koppen de kranten.
Wie zijn al die vaders? Volgens de veel geciteerde vaders zou 20-25% van de kinderen geen contact hebben met hun pa. Dat cijfer komt uit een onderzoek van Ed Spruijt, die onder andere de Raad voor de Kinderbescherming adviseert. Wat men er vergeet bij te vertellen is dat die cijfers betrekking hebben op een onderzoek onder adolescenten.
Kinderen boven de 12 jaar, mogen zelf bij de rechter vertellen of ze wel of niet contact wensen met de uitwonende ouder. Bovendien zitten in deze categorie ook de kinderen wiens ouders voor 1998 scheidden en waarbij instemming van beide ouders noodzakelijk was om tot een omgangsregeling te komen.
Een andere bron voor de recente artikelen is een ontevredenheidsonderzoek onder gescheiden vaders, door Enova, een adviesbureau uit Drenthe.Wat er in de publicaties in de media niet bij wordt vermeld, is dat de onderzoekspopulatie bij Enova is aangeleverd door dezelfde klup van ontevredenen die de processen in gang heeft gezet. E-quality, Kenniscentrum voor Emancipatie, Gezin en Diversiteit, publiceerde een reactie op dit onderzoek via haar website:
"92% van de kinderen heeft contact met beide ouders. Waar dat niet zo is, kan dat zijn omdat de uitwonende ouder geen contact wenst, of omdat het kind niet wil. In ons onderzoek was er bij oudere kinderen vaker geen contact dan bij jongere kinderen; bij de groep tot 11 jaar had 4% geen contact, bij de kinderen boven de 18 jaar was dit 12%."
De Raad van de Kinderbescherming wordt jaarlijks in 10% van de scheidingen, waarbij kinderen betrokken zijn, gevraagd te adviseren. In 30-40% van haar uitspraken adviseert de Raad geen omgang. Dat komt dus neer op 3-4% van het totaal en daar zijn volgens E-quality precies die jongere kinderen bij betrokken. In 96-97% van de gevallen wordt dus momenteel wel tot een omgangsregeling besloten.
Als oudere kinderen zelf invloed kunnen uitoefenen en dan ervoor kiezen om hun uitwonende ouder niet te zien en we weten dat er in 3-4% geen omgang mag plaatsvinden van de rechter, dan komen de cijfers die nu steeds worden genoemd in een heel ander licht te staan.
De gevallen waarbij bij kinderen op jonge leeftijd sprake kan zijn van een onterecht niet uitgevoerde omgangsregeling kan dus maximaal in slechts (100%-96%-3%) 1% van het totaal aantal scheidingen plaatsvinden- en zeker niet de 20-25% waarmee men op dit moment in de media schermt.
Dit gegeven is in tegenspraak met het idee dat het vooral de moeders zijn die het contact moedwillig tegenwerken; zij kunnen juist met jongere kinderen makkelijker langs legale weg onder een omgangsverplichting uitkomen.
Iedere ouder die zijn kinderen onterecht niet mag zien is er ook in onze optiek één teveel. Maar de juichende toon van de winnende procesgangers en de impact die ze achter deze uitspraken vermoeden, is, als we naar de cijfers kijken, hooguit marginaal te noemen. Desondanks zijn deze 'overwinningen' in de media tot nog toe buiten elk reëel perspectief geplaatst.
Het vervelende aan de beeldvorming die er zo ontstaat is, dat er sinds eind vorige eeuw op dit gebied helemaal niets veranderd is in het Nederlandse rechtsysteem. De recente cijfers wijzen uit dat dat wel zo is. Wat er vooral hetzelfde is gebleven, is dateen bepaald slag vaders dat voor 1998 is gescheiden, het door hun recalcitrante gedrag niet alleen bij hun ex-en, hun kinderen en bij alle instellingenheeft verbruid, maar hun eigen situatie nog steeds als maatstaf presenteren voor de hele Nederlandse situatie.
Ondanks dat Minister Hirsch Ballin in de Tweede Kamer bij de behandeling van de nieuwe "Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding" al aangaf dat 90% van de ouders hun kinderen na de scheiding blijft zien, gaf hij ook aan dat hij hoopte dat dat met de nieuwe wet nog zou toenemen.
Die laatste zin is de verdienste van de beeldvorming die het familierecht nog altijd in haar greep houdt.
Inmiddels kunnen we wel stellen dat die beeldvorming een desastreuze uitwerking heeft gekregen. Nog maar eens even de cijfers van E-quality erbij gehaald: "20% van de gescheiden moeders geeft aan dat lichamelijk geweld een van de belangrijke redenen was voor het verbreken van de relatie. Let wel: dit antwoord is gegeven in een anonieme enquête van het CBS. De moeders hebben dus niets te ‘winnen’ met hun antwoord."
Via onderzoek in het buitenland is bekend dat huiselijk geweldplegers tijdens omgangsregelingen of langs andere weg, veelal gewoon doorgaan met het plegen van geweld. In Nederland is dergelijk onderzoek niet uitgevoerd.
Laten we de vertrekkende ouder die helemaal geen omgang met zijn kinderen wenst even buiten beschouwing en stellen dat de 4% die geen omgang heeft, geen omgang heeft wegens huiselijk geweld. Als je die aftrekt van de 20% van de vrouwen die scheidt wegens huiselijk geweld, dan blijft er een aanzienlijke groep van 16% over waarbij kinderen verplicht naar hun gewelddadige vader worden gestuurd.
Omdat er geen reden is om te veronderstellen dat Nederlandse geweldplegers erg zullen afwijken van hun buitenlandse collegae, mag je er redelijkerwijs van uitgaan, dat voor veel vrouwen en hun kinderen een scheiding maar marginaal verbetering brengt in hun omstandigheden, omdat ze door de rechter verplicht worden tot omgang.
De niet gestelde vraag in dit verband is, of je iemand die wekelijks of vaker in elkaar werd geslagen gedwongen mag worden om haar kinderen naar de geweldpleger toe te sturen op straffe van strafrechtelijke vervolging.
De recente uitspraken van de rechter zouden in een groot aantal gevallen dit soort onrechtvaardigheden in de hand kunnen werken. In die zin zouden we graag een goede afstemming willen zien tussen strafrechtelijke uitspraken tegen de geweldpleger van voor de scheiding en strafrechtelijke uitspraken tegen het slachtoffer dat haar kinderen na de scheiding niet naar hun vader wil sturen..
De hierboven geciteerde reactie van door dr. C. Clement en mr. S. Kraus van E-quality op het Enova onderzoek vindt u hier.
Genoemde cijfers zijn gebaseerd op het onderzoek 'Gezinnen van de toekomst', en het onderzoek 'Nieuwe gezinnen, over scheidingen en de vorming van stiefgezinnen' van E-quality. Meer info hier en hier.
Het Volkskrantartikel over het Enova-onderzoek waar E-quality op reageert is hier te lezen.